Moderne talen - wetenschappen

Moderne talen

"Een vreemde taal leren is alsof je een ander mens wordt." – Haruki Murakami.
De kennis van vreemde talen verruimt je blik op de wereld en opent deuren. In het hoger onderwijs zal je heel wat teksten aangeboden krijgen in een vreemde taal. In je latere beroepsleven zal een ruime talenkennis eveneens een troef zijn. Meertaligheid leidt ook tot een andere breinstructuur, je wordt er als het ware slimmer van.

In de studierichtingen met de component moderne talen gaat de aandacht in de eerste plaats naar het ontwikkelen van een grote communicatieve vaardigheid, niet alleen in de eigen taal, maar ook in het Frans, Engels en Duits. Daar komt ook reflectie op taal bij kijken. Bovendien maken we uitgebreid kennis met (anderstalige) literatuur.

Communicatieve vaardigheid (zowel mondeling als schriftelijk) vergemakkelijkt niet alleen het contact met anderstaligen, maar verruimt ook de toegangsmogelijkheden tot wetenschappelijke en culturele bronnen. Via de lees- en beeldcultuur en de actualiteit, komen we in contact met een anderstalige wereld en dus ook met andere denkwijzen, gewoonten en normen, wat een enorme persoonlijke verrijking kan betekenen.

Met het oog op de vereiste lexicale (woordenschat) en grammaticale onderbouw van de taalbeheersing willen we in de richtingen met moderne talen meer aandacht besteden aan het denken in en over taal. Inzicht in het functioneren van een taal is immers een hoeksteen van een vlotte taalbeheersing.

Daarnaast willen we onze leerlingen via begrijpend lezen laten kennismaken met de schoonheid van (anderstalige) literatuur. Behalve ontspanning biedt literatuur ook een ethisch kader: ze doet ons nadenken over de manier waarop mensen hier en elders naar de wereld kijken en met elkaar omgaan, en over de normen en waarden die zij daarbij hanteren.

Onderricht in vreemde talen speelt dus een grote rol bij het ontwikkelen van een open en kritische geest en stimuleert belangrijke maatschappelijke attitudes, zoals zelfvertrouwen, spreekdurf, luisterbereidheid, beheersing van omgangsvormen, bereidheid om iets van zichzelf prijs te geven en zin voor precisie.

Wetenschappen

Het onderwerp van de wetenschappen is de levende en/of niet-levende materie onder al haar aspecten. In het ASO gebeurt dit hoofdzakelijk in de vakken biologie, chemie, fysica en aardrijkskunde.

Je oefent in het kritisch analyseren en evalueren van feitenmateriaal. Dit betekent:

  • Het zien en formuleren van een probleem;
  • Het opstellen van een hypothese;
  • Het toetsen van de hypothese door experimenten;
  • Het logisch beredeneren van de vaststellingen;
  • Het formuleren van besluiten.

De studie van biologische, chemische en fysische verschijnselen geeft inzicht in de complexiteit van en leidt tot bewondering en respect voor de natuur.
De studie van wetenschappen onderstelt ruime cognitieve, affectieve en psychomotorische vaardigheden. In de studierichtingen met de component wetenschappen wordt niet alleen een beroep gedaan op een zekere handvaardigheid maar ook op ruime wiskundige aanleg om met de nodige accuraatheid proeven, experimenten en waarnemingen uit te voeren.

Lessentabel


close

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x